07 oktober 2020

Eerste Hulp Bij Lijfrentekeuzestress

FiscAlert oktober 2020 | jrg 26 nr 8 | p.26-29


pensioen

Eerste Hulp Bij Lijfrentekeuzestress

Heeft u een lijfrente die binnenkort vrijvalt? Dan moet u gaan beslissen wat u ermee gaat doen. De mogelijkheden op een rijtje, aan de hand van een aantal eenvoudig te beantwoorden vragen.

Tekst: Jeroen Wolfsen


Zeker toen er nog grote verschillen waren tussen de belastingtarieven en de fiscale beperkingen gering, was een lijfrenteverzekering een goede manier om fiscaal vriendelijk geld opzij te zetten voor later. Inmiddels zijn de lijfrentes behoorlijk ingekaderd door ‘Den Haag’. Een nieuw regime kwam in de plaats van het oude (zie het kader ‘Oud en Nieuw’) met andere en minder flexibele fiscale regels. Omdat niet iedereen door al die fiscale bomen het lijfrentebos kan zien, nemen we u aan het handje mee en kijken we aan de hand van een aantal vragen wat in uw situatie de beste oplossing is voor uw vrijvallende lijfrentekapitaal.


Vraag 1: heeft u een oud- of nieuw-regime lijfrente?

Het grootste deel van de vrijkomende lijfrentes valt onder het zogenaamde ‘nieuwe regime’. Toch zijn er nog ‘oud-regime lijfrentes’ (koopsompolis afgesloten vóór 1 januari 1992 of premiebetalende verzekering van vóór 16 oktober 1990, waarbij u periodiek premies betaalde tot uiterlijk 31 december 2000). Deze oud-regimepolissen kennen een aantal fiscale voordelen en daarom is het belangrijk dat u weet onder welk regime uw lijfrente valt. Als u een koopsompolis (éénmalige storting) heeft afgesloten op 1 januari 1992 of later, of na 31 december 2000 nog premies heeft betaald, valt uw lijfrentepolis automatisch onder het nieuwe regime. Dat geldt ook als u uw binnen de lijfrenteverzekering opgebouwde kapitaal heeft overgeheveld naar een spaar- of beleggingsproduct.